De grote cirkel met akkeronkruiden staat sinds een week in volle bloei met Bolderik (roze), Korenbloem (hemelsblauw), Rode Klaver en daardoorheen nog wat Klaprozen en Juffertje in het Groen (deze bloeien nog niet). Ze bloeien dit jaar erg vroeg, zeker vijf weken eerder dan normaal dankzij de milde winter en het warme voorjaar. Harmen had ze vorig jaar in de herfst gezaaid.

Akkeronkruiden zijn op te delen in twee groepen; de zogenaamde winterannuellen en de zomerannuellen. De eerste groep kiemt in de nazomer of herfst en overwintert als kleine rozetplant om in het volgende voorjaar snel in bloei te schieten. Deze groep kwam vanouds veel voor in rogge- en wintertarweakkers. De zomerannuellen kiemen in het vroege voorjaar en bloeien later in de zomer, deze planten kwamen vanouds voor in zomertarwe- en gerstakkers, die in het voorjaar werden ingezaaid. Grappig is het te vermelden dat de Bolderik vroeger zoveel tussen het graan groeide en er zoveel zaden tussen de graankorrels mee geoogst werden dat het brood er giftig van werd en mensen hier zelfs aan overleden.

Akkeronkruiden komen van oorsprong afkomstig uit het Midden Oosten en Zuid Europa en zijn een paar duizend jaar geleden naar Noord Europa gekomen gelijk met de verspreiding van de graanteelt . Gezien de herkomst valt het te verklaren dat deze planten van zachte winters houden en van veel zon en warmte in het voorjaar en zomer.

Sinds het begin van de 20e eeuw zijn akkeronkruiden sterk achteruitgegaan in Nederland door het gebruik van kunstmest, onkruidverdelgingsmiddelen alsmede moderne zaadschoningstechnieken zijn veel soorten zijn op dit moment zeldzaam geworden. In natuurreservaten wordt getracht deze planten weer terug te krijgen in graanvelden door weinig te bemesten en geen pesticiden te gebruiken. Ook worden boeren met subsidies voor akkerranden beheer gestimuleerd om de onkruiden terug te krijgen en daarmee ook vlinders, hommels en andere bestuivers terug te krijgen.

info: www.trifoliumtuinontwerp.nl